6. Oktober 1944
Op zondag 1 oktober 1944 werd tussen Nijkerk en Putten bij de Oldenallersebrug een aanslag gepleegd op een legerauto, waarin vier Duitse militairen zaten. Commandant Fullriede had, direct nadat hij het bericht ontvangen had, maatregelen getroffen en de hem ter beschikking staande troepen naar Putten gestuurd. Van generaal Von Wühllisch kreeg hij per telefoon het bevel om Putten te omsingelen en de gehele bevolking te arresteren.
De Oldenallersebrug;
de plaats waar de aanslag werd gepleegd.
Tijdens de kerkdiensten werd de ring van soldaten om Putten gesloten. Bij het uitgaan van de kerk bleken inmiddels ook in het dorp op de hoeken van de straten opgestelde mitrailleurs te staan. De mensen mochten niet naar huis. Bij de Stationsstraat werd een gedeelte van de kerkgangers gevangen gezet in het gemeentehuis en de rest terug naar de kerk gestuurd.
De huizen werden doorzocht en de bewoners kregen het bevel naar de kerk te gaan. Een uitzondering werd gemaakt voor zieken, hulpbehoevenden en soms kleine kinderen. Zij moesten in huis blijven en een wit laken uit het raam hangen.
Een gedeelte van de mannen moest, toen het in het dorp aangekomen was, in een rij met het gezicht naar de muur van het restaurant ‘De Heerdt’ staan. Zij waren de ‘Toteskandidaten’.
Tegen de avond werd meegedeeld, dat vrouwen met kinderen beneden de vier jaar de kerk mochten verlaten. Later, toen het donker werd, mochten ook de anderen naar huis, onder voorwaarde dat ze de volgende dag terug zouden komen. De mannen moesten blijven.
Vanuit Hilversum ontving Fullriede die avond het definitieve bevel dat ook het vonnis over Putten bevatte:
1. De schuldigen aan de aanslag dienen te worden neergeschoten.
2. De mannelijke bevolking tussen 18 en 50 jaar dient te worden ‘abtransportiert’.
3. Vrouwen en kinderen dienen te worden geëvacueerd.
4. Het dorp Putten dient te worden afgebrand behalve het huis van de boer die luitenant Sommer heeft verbonden en behalve de huizen van ‘Deutschfreundliche Einwöhner’.
's Nachts werd aan ds. Holland meegedeeld dat de mannen zich de volgende ochtend op het marktplein moesten verzamelen. De predikant sprak de mannen woorden van bemoediging toe. Hij wees hen niet alleen op de ernstige situatie waarin zij verkeerden, maar ook op God als toevlucht en sterkte voor hen, die in benauwdheid waren. Na het uitspreken van een gebed, verzocht hij de mannen Psalm 84 : 3 en 4 te zingen.
Op 2 oktober, de volgende dag, werden de mannen op het marktplein verzameld. Ze werden opgesteld in rijen van vijf en in groepen van twintig rijen om te worden weggevoerd via de Dorpsstraat richting het station.
Om twee uur ’s middags stroomde de kerk leeg. Tussen de vrouwen ook sommigen die zich verstopt hadden en zo aan de wegvoering ontkwamen. Sommigen gingen naar huis om te redden wat er nog te redden viel. Anderen gingen naar het station om afscheid te nemen van hun man, hun zoon of hun broer.
De Puttense mannen werden weggevoerd naar het concentratiekamp Amersfoort en daarna verspreid over verschillende werkkampen, zoals Husum, Ladelund, Meppen-Versen, Engerhafe en Wedel. Kampen, waarin verschrikkelijk leed werd geleden: honger, angst en vernedering.
In de avond werden verschillende huizen in brand gestoken. Gelukkig bleek de volgende dag dat het overgrote deel van het dorp gespaard was gebleven.
Op 18 april 1945 werd Putten bevrijd. Er werd feest gevierd en gehoopt op een spoedige terugkeer van de weggevoerde mannen. De vreugde veranderde echter in diepe rouw toen op 10 mei 1945 de eerste berichten binnenkwamen over het lot van de mannen. Ds. Holland las ’s avonds in de Oude Kerk de eerste dodenlijst voor, met meer dan honderd namen.
In 1946 kon een voorlopige balans worden opgemaakt:
Totaal aantal weggevoerde mannen | 660 |
Vrijgelaten in Amersfoort | 58 |
602 | |
Uit de trein gesprongen | 13 |
589 | |
Na de bevrijding teruggekeerd | 49 |
540 | |
Tijdens razzia 1944 doodgeschoten | + 7 |
547 | |
Kort na terugkeer uit een concentratiekamp overleden | + 7 |
Totaal aantal dodelijke slachtoffers | 552 |
De herinnering aan deze diepingrijpende gebeurtenis zal altijd blijven bestaan in Putten.
In de zuidelijke muur van de Oude Kerk is een gedenksteen ingemetseld met de volgende tekst: ‘Van hier werden zij weggevoerd’.
Het beeld de ‘Vrouw van Putten’, werd vervaardigd door de beeldhouwer Marie Andriessen, en de door Prof. Bijhouwer ontworpen herdenkingshof houden het verleden levendig. Het zandstenen beeld van de Puttense vrouw in klederdracht kijkt in de richting van de Oude Kerk, met in haar hand een zakdoek. De zeshonderd vakjes stellen de laatste rustplaats voor van hen die werden weggevoerd en nooit meer terugkeerden. Op de sokkel van het monument staat de tekst en de belofte die kracht geeft, die haar staande houdt en haar over de lege graven doet heenzien:
‘En God zal alle tranen van hunne ogen afwissen’
(Openbaring 21:4a)
Website stichting Oktober 44 http://www.oktober44.nl/