BARMHARTIGHEID
Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden.
Matth. 5:7
Barmhartigheid is een groot goed. In onze zakelijke en kille samenleving kunnen we er heel veel meer van gebruiken. Een mens wordt zo vaak alleen maar geschat op de waarde van productie en winst. En al te veel kosten mag hij zeker niet. Ook niet als hij veiligheid zoekt in onze Nederlandse samenleving.
Bij Jezus gaat barmhartigheid voor.
Als de Farizeeën zich stipt en streng aan de regels willen houden, breekt Hij dat open en zegt: Barmhartigheid is beter dan offerande. Maar dan weegt wel de vraag naar de bron.
Alleen menselijkheid is goed, maar houdt geen stand. Als het erop aankomt, denk ik toch eerst aan mezelf. Barmhartigheid vraagt een andere bron. Een hogere. Een bron in God. En wat doet de Bijbel nu anders, dan ons telkens maar weer betuigen, dat God barmhartig is. Barmhartig en genadig en groot van goedertierenheid.
Dat is de grote verwondering van de Bijbel. God hoeft Zich aan dat zondige mensenkind , dat u bent, toch niet gelegen te laten liggen! Dat ik-gerichte is toch geen lot, maar schuld! Moet u dan niet zelf maar voelen, waar dat toe leidt?
God is echter barmhartig. Het Hebreeuwse woord heeft alles te maken met 'moederschoot'. Stelt u het zich maar voor: een jonge moeder met haar kindje op schoot. Ziet u die glimlach? Ziet u, wat er uit haar ogen straalt? Ziet u die stille glans van liefde, die zich over heel haar wezen legt? Veel meer nog is God met innerlijke bewegingen van barmhartigheid bewogen over u en jou en mij.
Nooit kwam dat hoger en heerlijker uit dan in Christus. Barmhartigheid is meevoelen, meeleven. Nu, God is in Christus mens geworden. Hij heeft de menselijke ellende aan den lijve ondervonden. Hij is in al onze benauwdheden benauwd geweest. Hij heeft zelfs de benauwdheid gekend van het eenzaam sterven onder de toorn van God over de zonde. Dat was niet alleen een lijden met ons, dat was een lijden voor ons. In de donkere nacht van Golgotha straalt het licht van Gods barmhartigheid.
Geen wonder, dat Paulus uitroept: Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad! Aan die barmhartigheid Gods in Christus mag door het geloof ook onze barmhartigheid open bloeien. Hoe meer we daarvan leven, hoe meer we daarvan geven. Jezus spreekt zulke mensen zalig.
Want hun zal barmhartigheid geschieden.
ds. Westland