Verankerd in Christus

Hebr. 6:19-20: Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel. Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, Die naar de ordening van Melchizedek Hogepriester geworden is tot in eeuwigheid.

Vroeger was ik in de schoolvakanties altijd op het (beun)schip van mijn vader te vinden. Meestal voeren we dan van het IJsselmeer naar een zandlosplaats in en rondom Flevoland. Bijvoorbeeld Lelystad, Almere, Nijkerk, Harderwijk, Elburg etc. Vaak moesten we dan door de Houtribsluis bij Lelystad vlakbij Bataviastad. De Houtribsluis is de verbinding tussen het IJsselmeer en het Markermeer. Als er veel wind was, werd het water wit van gekrulde schuimkoppen. Veel schepen zochten dan rust en veiligheid in de haven, waardoor er soms niet genoeg plek was. Ik herinner me nog dat we dan weleens voor anker gingen in de luwte van de dijk. Als de wind dan ’s nachts rondom het schip huilde en het schip heen en weer geschommeld werd op de golven, ging ik weleens kijken in de stuurhut of het schip nog wel op dezelfde plek lag. Zaten we nog wel aan het anker vast? Mijn vader herinnerde me dan hoe zwaar het anker en hoe dik de ketting van het anker was. En dan kon ik weer gerust gaan slapen.

Het anker is al eeuwenlang het symbool van hoop. ‘Hoop doet leven’ zegt men dan. De Bijbelse hoop is een vaste en zekere hoop die het leven betekenis geeft. Waarom? Deze hoop ziet namelijk uit naar de vervulling van Gods beloften op grond van Zijn vervulde beloften. Ga maar na, wat blijft er over van een zekere hoop in dit leven als er geen beloften in de Bijbel zouden staan? Ik las ergens: ‘de hoop verwacht de vervulling van de beloften die het geloof gelooft’.

Christenen leven daarom met een hoopvol perspectief. En dat is nodig, want het huilen van de wind en de golven tegen ons levenschip kunnen ons best weleens bang maken. Zeker als je een gezin aan boord hebt. Zorgen in het gezin door ziekte of overlijden, stress en spanningen op school of werk en vult u voor uzelf maar in. Zorgen die je wanhopige gevoelens kunnen geven, waardoor je vaak ’s nachts in de stuurhut van je levenschip zit te piekeren of je nog wel aan het anker vastzit. Mijn God, waar is mijn hoop, mijn moed, gebleven?

De schrijver van de Hebreeënbrief reikt in ieder geval twee handvatten aan om het leven in hoopvol perspectief te zien. In de eerste plaats dat het anker, de hoop, vast en onwrikbaar is en in de tweede plaats dat het anker reikt tot in het binnenste heiligdom.

  • De vastigheid en onwrikbaarheid van het anker is gelegen in wie God is. God is betrouwbaar, omdat Hij gisteren en heden Dezelfde is en tot in eeuwigheid (Hebr. 13:8). En Gods raadsbesluit is onveranderlijk (Hebr. 6:17). Hierin ligt de zekerheid van Gods beloften die de hoop verwacht.
  • Dit anker is verankerd omhoog achter het voorhangsel waar Jezus voor ons is binnengegaan. Onze hoop is in de verzoening door onze Hogepriester Jezus Christus. Hij heeft het offer volbracht en daarom mogen we weten dat alle beloften ‘in Hem ja en in Hem amen zijn’ (2 Kor. 1:20).

Gespreksvragen:

  • Kunnen jullie als ouders aan elkaar merken dat jullie een vaste en onwrikbare hoop hebben? Hoe merk je dat aan elkaar?
  • Kunnen je kinderen merken dat jullie een vaste en onwrikbare hoop hebben? Dat het gezin leeft in hoopvol perspectief? Hoe zouden ze dat kunnen merken?
  • Wat zouden jullie zeggen als jouw kind zich ’s nachts in de stuurhut afvraagt of ze nog wel aan het anker vastzitten?
  • Welke Bijbelse belofte(n) zouden jullie als bron van hoop aan elkaar willen geven?
  • Welke Bijbelse belofte(n) zouden jullie als bron van hoop aan je kinderen willen geven?