Waarde en worstelingen van de zondag ‘Als opvoeders zijn we geen timmermannen, maar op zijn best tuinmannen.’ Zondagmorgen kwart voor negen. ‘Ruben, we gaan nu echt eten!’ Negen uur. ‘Ruben, we gaan nu naar de kerk!’ Vijf over negen. De deur vliegt open. ‘Ik ben moe, ik wil slapen en ik wil niet naar de kerk,’ antwoordde Ruben nog voordat ze iets had gezegd.
Afgelopen geloofsopvoedingsavond bespraken we als opvoeders onder elkaar soortgelijke casussen en bespraken of dit herkenbaar was en zo ja hoe we daar mee omgaan en waar we tegenaan lopen. Het was leerzaam om te merken hoe we de casussen verschillend benaderden en aanpakten. De casussen waren gebaseerd op een enquête die we bij enkele groepen catechisanten hadden afgenomen om op deze manier zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de worstelingen van het kind en de ouders als het gaat om de zondag.
Voordat we aan de bespreking van deze casussen begonnen, werden we door Niek Bakker van het IKC (Interkerkelijk Kenniscentrum) kort meegenomen in de Bijbelse lijn van de sabbat naar de zondag naar de uitdagingen om als opvoeders de waarde van dit gegeven over te brengen op onze kinderen. Ik wil enkele punten oplichten die bij mij bleven hangen en wellicht van waarde kunnen zijn voor de lezer.
In de eerste plaats is het belangrijk om te beseffen dat het voor tieners ontzettend lastig kan zijn om de waarde van de zondag te begrijpen. Omdat ze zich moeten richten op een onzichtbare vreugde (een dag gewijd om God en Zijn daden te gedenken en te vieren) waar ze soms zelf nog helemaal niet mee bezig zijn en dat er regels zijn die dit willen bevorderen. Waar de zondag om draait (de kern) en de regels die deze kern willen beschermen en waarderen (de rand), worden door tieners vaak door elkaar gehaald en door elkaar ervaren. De kunst voor de ouders is om die twee helder te onderscheiden en duidelijk te maken dat de rand nodig is om de kern te bewaren. Op het moment dat de rand niet uitgelegd wordt met het oog op de kern is het te begrijpen dat de tiener het helemaal nergens op vindt slaan.
In de tweede plaats is het belangrijk dat de tiener kan merken dat de gemeente hen verwacht en waardeert in de zondagse kerkdienst en eventuele andere activiteiten. Een afkeurende blik of negatieve opmerking als reactie op zijn of haar gedrag, bevestigt alleen maar de weerstand die een tiener op dat moment kan hebben tegen de zondag en/of de kerk (dit betekent uiteraard niet dat alles maar goed gevonden moet worden). In de gemeente van Krimpen zat er vaak een jongen met ogenschijnlijke tegenzin in de kerk voor me. De koster tikte hem dan tijdens het collecteren op zijn schouder, maakte een snel grapje en zei ‘top dat je er weer bent’. Of een simpele knipoog was genoeg om zijn moeder de koster een dankbare blik te geven.
In de derde plaats, als opvoeders op zijn best tuinmannen of tuinvrouwen zijn, laten we als ouders én als gemeente niet nalaten ze voortdurend op te dragen aan de Heere in gebed. Dat ze een hart mogen ontvangen dat naast u en jou meezingt met de woorden van Ps. 84 vers 3: Mijn ziel verlangt, ja, bezwijkt zelfs van verlangen naar de voorhoven van de HEERE; (…).
Ondanks de goede ontmoeting, waren we als geloofsopvoedingscommissie teleurgesteld dat er slechts twee mensen op de avond waren afgekomen, terwijl we juist d.m.v. een enquête gepeild hadden aan welke thematiek er in de gemeente behoefte was. Dat zet ons aan het denken en laat ons daarom alstublieft weten op welke manier we jullie kunnen bereiken en toerusten (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).
Volgende avond is 14 okt. met Willemijn de Weerd!
Adwin Steenbergen
Jeugdwerkadviseur