Met gesloten ogen

Met gesloten ogen ... zie ik de mannen gaan.

Geweren in de rug … de vrouwen voor het raam.

Het zal maar even duren en dan weer terug naar huis.

En sommigen die dachten, ik blijf toch liever thuis.

Hun ogen kijken angstig … daar staan ze bij de kerk.

Wat gaat er toch gebeuren?  Ze moeten nog aan ’t werk!

Het melken moet beginnen … nog even naar de schapen.

Wie gaat er nu vandaag de eieren oprapen?

Met gesloten ogen … zie ik de rijen gaan.

Richting het station… de trein komt er al aan.

Soldaten duwen hen naar binnen … er klinkt een harde gil!

De deuren worden dichtgegooid … dan wordt ‘t akelig stil.

Met gesloten ogen ... zie ik ze verder gaan.

Van het station in Amersfoort naar de bekende laan.

Waar geen naam meer wordt genoemd… slechts een nummer weet

hoe oud je bent, en hoe je werk’lijk heet.

Met gesloten ogen … zie ik ze stromp’lend gaan.

Na weken van verschrikkingen en in koud water staan.

Van Achtrup naar Ladelund, nog is het niet voorbij!

Opééngepakt in de barakken … de dood komt naderbij.

Met gesloten ogen ... liggen ze in hun graf.

Begraven door een Duitser die nog wat om ze gaf.

Hij las daar uit de Bijbel, schreef hun namen in een boek.

Hun nummer was verdwenen, ze zijn nu niet meer zoek.

De vrouwen en de kinderen … ze zijn ontzettend bang.

Hun ogen zijn vol tranen, ze wachten al zo lang.

De dominee komt met een lijst van hen die niet meer leven.

Dan komt een tijd van rouwen… en van elkaar vergeven.

Gods ogen zijn geopend …en zien u allen aan.

Hij bracht ons in dit huis om naast elkaar te staan.

Als kind’ren van één Vader, de ogen naar het kruis.

Verwachten wij een toekomst, tezamen in Zijn huis.

                                                                                           Eefje van den Berg

“Een groot geheim”

Wat is dat toch een groot geheim,

om anderen te vergeven

en daardoor van een last bevrijd

in vrijheid te gaan leven.

Zoals de Heer het heeft gevraagd

Zijn liefde te betrachten

en naasten hoger dan mijzelf

als kind van God te achten!

Wellicht dat meen’ge wond soms schrijnt

na al die lange jaren,

waarin je de herinnering

aan ’n lieve wilt bewaren.

Soms valt er nog een stille traan

en denk je aan de velen,

waar jij je vreugde en verdriet

zo dikwijls mee mocht delen.

Maar blik thans eens om hoog, vooruit

en weet, zij zijn geborgen.

De dierbaren die jij zo mint

daar zal God Zelf voor zorgen.

Vergeef wat hen is aangedaan,

vergeef en je zult leven

met ’n toekomst vol verdraagzaamheid

door goddelijk licht omgeven.

Zij zijn nooit weg, zij leven mee,

ook zelfs in donk ’re dagen.

Dat geeft de kracht om door te gaan

en elke zorg te dragen.

God is het Die het al regeert.

Hij zal je begeleiden

en als een blij, gelukkig kind

op groene velden weiden!

 Een gedicht van Frits Deubel.  Voorgelezen door Henrik van de Langemheen