Liturgie
In deze dienst ontvangen
Juliët Anne Elise van Beek
Thijmen Elisa de Boer
Ruben Bessel Bouw
Jelle van den Brink
Bas Gerrit Jan Doppenberg
Aron Benjamin Geluk
Samuel Jesse Kortrijk
Boaz Samuel Lasse Mouw
Debora Catharina Teunisje van Oostende
Naomi Roordink
David Jonathan van Unen
het teken en zegel van de Heilige Doop
Hervormde Gemeente van Putten 29 september 2019.
Voorganger: ds. W.C. Polinder
Ouderling van dienst: H. Bleijenberg
Organist: E. van der Veen
Koster: A. van den Bor
Inleidend orgelspel
Mededelingen door de kerkenraad
Zingen: Psalm 13:5
(Dit is de Psalm die de kinderen deze week op de basisscholen hebben geleerd)
Maar, in dit smartelijk verdriet,
Mistrouwt mijn hart Uw goedheid niet;
Neen, 't zal zich in Uw heil verblijden.
Ik zal den HEER mijn lofzang wij - den,
Die mij genadig bijstand biedt.
Stil gebed
(In stilte bidden we God om Zijn tegenwoordigheid en zegen)
Votum en Groet
(We erkennen onze afhankelijkheid van God, onze Schepper, en Hij groet ons met genade en vrede)
Zingen: Psalm 65:1 en 2
De lofzang klimt uit Sions zalen
Tot U met stil ontzag;
Daar zal men U, o God, betalen
Geloften, dag bij dag.
Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
O Hoorder der gebeên,
Dies zullen allerlei geslachten
Ootmoedig tot U treên.
Een stroom van ongerechtigheden
Had d' overhand op mij;
Maar ons weerspannig overtreden
Verzoent en zuivert Gij.
Welzalig, dien Gij hebt verkoren,
Dien G' uit al 't aards gedruis
Doet naad'ren, en Uw heilstem horen,
Ja, wonen in Uw huis.
Lezing van de Tien Geboden uit Deut. 5:6-21 en 6:4-7
(Ze zijn de richtlijn voor ons leven van elke dag)
Zingen: Psalm 78:3
Want God heeft Zijn getuigenis gegeven
Aan Jacobs huis; een wet, om naar te leven,
Die Israël zijn nageslacht moet leren,
Opdat men nooit haar kennis moog' ontberen;
God vordert, dat de naneef*, eeuwen lang,
Van kind tot kind, dit onderwijs ontvang'.
(*naneef = nakomeling)
Lezing van het doopformulier
(Dit formulier is een tekst waarin de kerk uitleg geeft over de betekenis van de doop)
Formulier om de Heilige Doop te bedienen aan de kleine kinderen van de gelovigen
De hoofdsom van de leer van de Heilige Doop omvat de volgende drie delen:
In de eerste plaats zijn wij met onze kinderen in zonde ontvangen en geboren. Daarom zijn wij mensen op wie de toorn van God rust, zodat wij in Zijn rijk niet kunnen komen, tenzij wij opnieuw geboren worden [Ef. 2:3, Joh. 3:3]. Dat leert ons de ondergang in en de besprenkeling met het water [Rom. 6:4]. Daardoor wordt ons de onreinheid van onze ziel aangewezen. Zo worden wij opgeroepen om een afkeer van onze zonde te hebben, ons voor God te verootmoedigen en onze reiniging en zaligheid buiten onszelf te zoeken.
In de tweede plaats betuigt en verzegelt ons de Heilige Doop de afwassing van de zonden door Jezus Christus [Hnd. 22:16]. Daarom worden wij gedoopt in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest [Mt. 28:19]. Als wij gedoopt worden in de Naam van de Vader, betuigt en verzegelt ons God de Vader dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht en ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt [Rom. 8:17]. Daarom wil Hij ons met al het goede verzorgen, al het kwade van ons weren of dat kwade voor ons doen meewerken ten goede [Rom. 8:28]. Als wij gedoopt worden in de Naam van de Zoon, verzegelt ons de Zoon dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden en ons in de gemeenschap van Zijn dood en opstanding inlijft [1 Joh. 1:7]. Zo worden wij van al onze zonden bevrijd en rechtvaardig voor God gerekend. Als wij gedoopt worden in de Naam van de Heilige Geest, verzekert ons de Heilige Geest door dit heilig sacrament, dat Hij in ons wonen en ons tot leden van Christus heiligen wil. Zo wil Hij ons schenken wat wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonde en de dagelijkse vernieuwing van ons leven, totdat wij uiteindelijk in de gemeente van de uitverkorenen in het eeuwige leven geheel rein een plaats zullen ontvangen [Ef 5:27].
In de derde plaats, omdat elk verbond twee kanten in zich heeft, worden wij door God door middel van de doop opgeroepen en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Dit betekent dat wij innig verbonden zijn met deze enige God – Vader, Zoon en Heilige Geest – , Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, in heel ons denken en met al onze krachten. [Mt 22:37] Verder, dat wij ons van de wereld afkeren, onze oude natuur doden en in een nieuw, godvrezend leven wandelen [Tit. 2:12]. En wanneer wij soms uit zwakheid in zonden vallen, moeten wij aan Gods genade niet twijfelen, en ook niet in de zonde blijven liggen. De doop is immers een zegel en ontwijfelbaar getuigenis dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben.
Hoewel onze kleine kinderen dit alles niet begrijpen, mogen we hen toch niet van de doop uitsluiten. Want zonder dat zij het weten, hebben zij ook deel aan de verdoemenis in Adam en zo worden zij ook zonder het te weten in Christus weer tot genade aangenomen. Immers, wat God zegt tot Abraham, de vader van alle gelovigen, geldt ook voor ons en onze kinderen: ”Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad1 na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad (= nageslacht) na u” [Genesis 17:7].
Hetzelfde verklaart Petrus met deze woorden: ”Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal” [Handelingen 2:39]. Daarom heeft God vroeger bevolen de kinderen te besnijden. Deze besnijdenis was een zegel van het verbond en van de gerechtigheid van het geloof [Rom. 4:11]. Zo heeft ook Christus de kinderen omhelsd, de handen opgelegd en gezegend [Mc. 10:16]. Omdat onder het nieuwe verbond de doop naast de besnijdenis is gekomen, behoort men de kleine kinderen als erfgenamen van het rijk van God en van Zijn verbond te dopen. De ouders hebben de plicht hun kinderen bij het opgroeien hierin uitvoeriger te onderwijzen.
Opdat wij deze heilige instelling van God tot Zijn eer, tot onze troost en tot opbouw van de gemeente mogen bedienen, laten wij Zijn heilige Naam aanroepen:
“Almachtige en eeuwige God, U hebt naar Uw streng oordeel de ongelovige wereld, die geen berouw toonde, met de zondvloed gestraft. Maar U hebt de gelovige Noach met zijn achten in Uw grote barmhartigheid behouden en bewaard. U hebt de verharde farao met heel zijn volk in de Rode Zee verdronken, maar Uw volk Israël daar droogvoets doorheen geleid, waardoor de doop wordt aangeduid.
Wij bidden U, pleitend op Uw grondeloze barmhartigheid, dat U deze kinderen in genade wilt aanzien en door Uw Heilige Geest in Uw Zoon, Jezus Christus wilt inlijven, opdat zij met Hem in Zijn dood begraven worden en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven; hun kruis in de dagelijkse navolging van Christus blijmoedig mogen dragen en Hem toegewijd zijn met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde; opdat zij dit leven, dat toch niet anders is dan een voortdurend sterven, door Uw genade getroost mogen verlaten en dat zij op de jongste dag voor de rechterstoel van Christus, Uw Zoon onbevreesd mogen verschijnen.
Door Hem, onze Heere Jezus Christus, Uw Zoon, die met U en de Heilige Geest, een enig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.”
Vragen aan de ouders (en getuigen):
Geliefden in de Heere Christus, u hebt gehoord dat de doop een instelling van God is om aan ons en ons nageslacht Zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop met dat doel en niet uit gewoonte of bijgeloof gebruiken. Opdat het dan openlijk bekend wordt dat u zo gezind bent, zult u van uw kant op de volgende vragen oprecht antwoorden:
Ten eerste: Belijdt u dat onze kinderen, hoewel ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom aan allerlei ellende, zelfs aan de verdoemenis onderworpen zijn, toch in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van Zijn gemeente behoren gedoopt te zijn?
Ten tweede: Belijdt u dat de leer die in het Oude en Nieuwe Testament en in de artikelen van het christelijk geloof vervat is, en in de christelijke kerk alhier geleerd wordt, de ware en volkomen leer van de zaligheid is?
Ten derde: Belooft u en neemt u voor uw rekening deze kinderen van wie u vader en moeder (of getuige) bent, bij het opgroeien in deze leer naar uw vermogen te onderwijzen en te laten onderwijzen?
Wat is daarop uw antwoord?
Zingen: Psalm 105:5
God zal Zijn waarheid nimmer krenken,
Maar eeuwig Zijn verbond gedenken.
Zijn woord wordt altoos trouw volbracht,
Tot in het duizendste geslacht.
't Verbond met Abraham, Zijn vrind,
Bevestigt Hij van kind tot kind.
Bediening van het sacrament van de doop
Zingen: Psalm 134:3 (staande)
Dat 's HEEREN zegen op u daal';
Zijn gunst uit Sion u bestraal';
Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer;
Looft, looft dan aller heren HEER.
Dankgebed voor de doop en gebed om opening van het Woord
Schriftlezing: Jeremia 13:1-11
1Zo heeft de HEERE tegen mij gezegd: Ga voor u een linnen gordel kopen, doe hem om uw middel en laat hem niet in het water komen.
2Ik kocht de gordel overeenkomstig het woord van de HEERE, en deed hem om mijn middel.
3Toen kwam het woord van de HEERE voor de tweede keer tot mij:
4Neem de gordel die u gekocht hebt, die om uw middel zit, en sta op, ga naar de Eufraat en verberg hem daar in de kloof van een rots.
5Ik ging en verborg hem bij de Eufraat, zoals de HEERE mij geboden had.
6Nu gebeurde het na verloop van vele dagen, dat de HEERE tegen mij zei: Sta op, ga naar de Eufraat en neem vandaar de gordel mee, waarvan Ik u had geboden hem daar te verbergen.
7Ik ging naar de Eufraat, zocht ernaar, en nam de gordel weg van de plaats waar ik hem verborgen had. En zie, de gordel was vergaan. Hij deugde nergens meer voor.
8Toen kwam het woord van de HEERE tot mij:
9Zo zegt de HEERE: Zo zal Ik de trots van Juda en de grote trots van Jeruzalem doen vergaan.
10Dit boosaardige volk, dat weigert naar Mijn woorden te luisteren, dat hun verharde hart volgt, andere goden achternagaat om hen te dienen en zich voor hen neer te buigen – dat zal worden als deze gordel, die nergens meer voor deugt.
11Want zoals een gordel gehecht zit aan het middel van een man, zo heb Ik heel het huis van Israël en heel het huis van Juda aan Mij gehecht, spreekt de HEERE, zodat het Mij zal zijn tot een volk, tot een naam en tot lof en tot luister, maar zij hebben niet geluisterd.
Galaten 3:24-29
24Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden.
25Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester.
26Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.
27Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.
28Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
29En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.
Inzameling van de gaven
(Er zijn twee collecten)
Zingen: Psalm 106:4 en 22
Wij hebben God op 't hoogst misdaan;
Wij zijn van 't heilspoor afgegaan;
Ja, wij en onze vaad'ren tevens,
Verzuimend' alle trouw en plicht,
Vergramden God, den God des levens,
Die zoveel wond'ren had verricht.
Dit alles spoorde God tot wraak;
Zijn volk, Zijn erf, Zijn hoogst vermaak,
Werd nu een gruwel in Zijn ogen;
Hij gaf hen in der heid'nen macht,
Waardoor zij zonder mededogen,
In slaafse keet'nen zijn gebracht.
Preek n.a.v. Jeremia 13:11; thema: ‘Vastgehecht aan God’
Zingen: Psalm 106:24
Nochtans was God met hen begaan;
Hij zag hun angst, hun tranen aan,
En hunner hateren verwoedheid;
Hij dacht aan Zijn gestaafd verbond,
En had berouw, naar al Zijn goedheid,
Meêdogendheid met Isrels wond.
Dankgebed & Voorbede
(We danken God voor deze dienst en bidden voor de wereld, de kerk en ook voor elkaar)
Zingen: Psalm 106:26
Geloofd zij Isrels grote God.
Zijn gunst schenk' ons dit heilgenot;
Zo zullen wij Zijn goedheid danken.
Dat al wat leeft, Hem eeuwig eer'!
Al 't volk zegg' "Amen" op mijn klanken;
Juich, aarde, loof den Opperheer!
Zegen
(De Heere belooft ons Zijn nabijheid en vrede)
Orgelspel
Fijn dat u/jij er was! Reageer gerust als er vragen en/of opmerkingen zijn:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.